top of page

Landenonderzoek

Suriname

Naam:                          Britt van Meijeren en Joyce van Kasteren
Studentnummer:        1089995 en 1087734
Klas:                             PLV3B en PLV3D
Datum:                         9 maart
Docent:                       Astrid Schoonacker-de Groot

 

Inleiding

 

Voor de minor Internationalisering moet er en landenonderzoek worden gedaan naar het land waar je naar toe gaat. In dit verslag wordt Suriname op vijf gebieden beschreven, namelijk op de geschiedenis, het onderwijs, demografie, geografie, economie en de politiek. Dit landenonderzoek is ter voorbereiding op onze reis naar Suriname. Per gebied komen er vier onderwerpen aan bod die ons aanspreken.

 

Wij wensen u veel leesplezier.

Inhoud

 

Inleiding........................................................................................................................................................................blz.2

De geschiedenis

Waarom wilde men een kolonie stichten in Suriname?................................................................................................blz.4

Wat is de oorzaak van de slavernij en op welke manier werd deze handel internationaal?.........................................blz.4

Wat gebeurde er met de plantages nadat de slavernij werd afgeschaft?.......................................................................blz.6

Hoe kwam Suriname van een kolonie naar een onafhankelijke staat?..........................................................................blz.6

Geografie

Wat is de ligging van Suriname en welk klimaat heerst er?.........................................................................................blz.8

Hoe ziet het landschap van Suriname eruit?.................................................................................................................blz.9

Welke tropische flora komt ervoor in Suriname?.........................................................................................................blz.10

Welke tropische fauna komt ervoor in Suriname?........................................................................................................blz.10

Demografie
Welke verschillende bevolkingsgroepen zijn er in Suriname?......................................................................................blz.12

Welke verschillende talen worden er gesproken in Suriname?.....................................................................................blz.15

Welke verschillende religies kent Suriname?...............................................................................................................blz.15

Hoe is de verhouding tussen het geboorde- en sterftecijfer in Suriname?....................................................................blz.15

Economie
Hoe ziet de economische situatie in Suriname eruit?...................................................................................................blz.16

Hoe ziet de Surinaamse import eruit? blz.16Hoe ziet de Surinaamse export eruit?.....................................................blz.17

In welke sectoren zijn de meeste Surinamers werkzaam?............................................................................................blz.18

Politiek

Waarom is Desi Bouterse niet populair onder de Nederlanders?..................................................................................blz.20

Hoe kan het dat Bouterse toch ondanks zijn verleden president van Suriname is geworden?......................................blz.21

Hoe ziet het bestuur van Suriname eruit?......................................................................................................................blz.21

Hoe ziet de regering van Suriname eruit?......................................................................................................................blz.22

Onderwijs

Wat omvat het huidige onderwijssysteem in Suriname?...............................................................................................blz.23

Welke ontwikkelingen zijn er in het binnenland op het gebied van onderwijs?...........................................................blz.24

Wat zijn particuliere scholen?.......................................................................................................................................blz.25

Verdienen leerkracht genoeg om van te leven van basisvoorzieningen?......................................................................blz.25

Bibliografie....................................................................................................................................................................blz.27

.

Geschiedenis


Kolonisatie van Suriname
‘Waarom wilde men een kolonie stichten in Suriname?’

 

Voordat Suriname werd ontdekt, woonden er al honderden jaren mensen, namelijk de Indianen. Tegenwoordig

worden zij inheemsen genoemd. Het indianenvolk bestond uit twee groepen: de Caraïben en de Arowakken.

In 1499 maakte Alonso de Hojeda en zijn mannen een verkenningstocht langs de noordoostkust van Zuid-Amerika.

Zij waren de eerste Europeanen die Guyana ontdekten. Deze tocht was de eerste stap op weg naar de kolonisatie van

Suriname. Echter vonden zij niks waardevols en lieten ze het gebied met rust. Later bleek er een gerucht rond te gaan

dat er wel degelijk iets waardevols was, namelijk goud. Goud lokte Europeanen naar Guyana. Zij droomden van goud

en waren van plan om dit op te sporen in het binnenland van Suriname. Er ontstonden kleine nederzettingen om handel

te kunnen drijven met de indianen. De Portugezen stichten handelsposten aan de Afrikaanse westkust. Ze ruilden textiel,

metalen gereedschappen, sieraden tegen Afrikaanse producten zoals goud, ivoor, slaven en zout. De Spanjaarden en

Portugezen bezetten eilanden die geschikt waren voor de teelt van suikerriet: de Azoren, de Kaapverdische Eilanden,

Madeira, de Canarische Eilanden, Sáo Tome.  In 1651 vond de eerste succesvolle kolonisatiepoging van Suriname door

de Engelsen plaats. De Engelse gouverneur van Bardbados stuurde Francis Willoughby met driehonderd man aan de kust van de Suriname-rivier om daar een kolonie te stichten. Vanwege gebrek aan grond hadden zij de plantages in Suriname nodig. Het werk van de plantages werd verricht door Afrikaanse slaven die door de Europeanen uit Afrika liet overkomen. In 1667 waren het de Nederlanders die een kolonie bij de Surinamerivier hadden veroverd. De Nederlandse kolonisten wilde de plantages overnemen, maar daar gingen de Indianen tegenin. Uiteindelijk sloten ze in 1684 vrede met de Nederlandse kolonisten. Er werd afgesproken dat de Nederlandse kolonisten de indianen niet als slaven zouden inzetten (Dalhuisen et al, 2007).

 

​

​

Slavernij
‘Wat is de oorzaak van de slavernij en op welke manier werd de slavenhandel internationaal?’

 

Door de vraag naar suiker werden er veel plantages gesticht in Amerika. Deze plantages lagen aan alle rivieren in het Noordoosten van Suriname: de Commewijne, de Cottica en de Suriname-rivier. Hierdoor kwamen veel Europeanen naar Suriname toe. Het werk op de plantages werd eerst verricht door de inheemsen, maar er kwam een tekort aan werkkrachten en daarom haalden de kolonisten slaven uit Afrika. De Afrikanen werden veroordeeld in hun eigen land tot slavernij wegens vergrijpen zoals moord, wanbetaling, overspel, gokken, hekserij en diefstal. De familie van de veroordeelde kwam ook terecht in de slavernij. Doordat de Europeanen een hoge prijs voor de slaven betaalden, werden de Afrikanen gestimuleerd om slaven te bemachtigen. Door de Europese expansie werd de slavernij uitgebreid. Zo werden er elf miljoen Afrikanen als slaven naar Amerika gebracht. Zij werden gezien als eigendom van de plantage-eigenaars. Het systeem van de plantages wordt ook wel als de oorzaak van de slavernij in Amerika gezien. Op deze plantages werden tropische producten verbouwd, zoals suiker, tabak, cacao en koffie. De slavenhandel was lang in de handen van de Portugezen. In de 17e eeuw kwamen de Hollanders Engelsen, Denen en Fransen aan de westkust van Afrika en veroverden de handelsposten. Hierdoor kwam er een einde aan de Portugese handelsmonopolie met Afrika en werd de slavenhandel internationaal (Bakker, E., et al, 2007). In 1602 werd de West-Indische Compagnie opgericht. In eerste instantie was de WIC bedoeld om handel te drijven in Amerika. Tijdens de oorlog met Spanje was de kaapvaart de belangrijkste activiteit van de WIC. Na het verlies van Nieuw-Nederland, richtte de WIC zich op de suikerrietteelt in Suriname. De slavenhandel werd in de zeventiende eeuw de belangrijkste activiteit. Zo ontstond er de Driehoeks handel tussen Nederland, West-Afrika en het Caribisch gebied. De Nederlanders brachten wapens, buskruit, drank en textiel naar West-Afrika in ruil voor slaven. Deze slaven werden vervolgens weer vervoerd naar het Caribische gebied, waaronder Suriname. Zij gaven in ruil voor de slaven suiker, koffie, katoen, cacao of tabak aan Nederland (Keissen, 2016). De slavernij hield lang tot stand. De slaven werden slecht behandeld en probeerden te vluchten. De enige manier waarop ze konden vluchten was via het regenwoud. In Paramaribo zouden ze snel worden opgepakt. Zo ontstonden er dorpjes in het binnenland van Suriname die werden gesticht door de slaven die weggelopen zijn. De weggelopen slaven worden ook wel de Marrons genoemd. Er ontstonden verschillende groepen, waaronder de Saramaccaners, de Matoeari en de Ndjoeka's. Pas op 1 juli 1863 werden 32.911 slaven vrijgelaten en werd officieel de slavernij afgeschaft (Dalhuisen, et al, 2007). In figuur 1 is het nationaal monument van de slavernijleden te zien.

 

​​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 1. Nationaal monument slavernij

​

Contractarbeiders
‘Wat gebeurde er met de plantages nadat de slavernij werd afgeschaft?’

 

Nadat de slavernij in 1863 werd afgeschaft, kregen de eigenaren een vergoeding. De slaven werden vrijgelaten. Echter hield het werken op de plantages niet op. Men was opzoek naar goedkope werkkrachten die het werk van de slaven overnamen. Zij werden daarvoor betaald. Dit noemde men contractarbeiders. Het werken op de plantages werd slecht betaald. De contractarbeiders kwamen onder andere uit China, Nederlands-Indië, maar vooral uit India (Keissen, 2016). In de negentiende eeuw nam de slavenbevolking af. Men was opzoek naar werkkrachten die het werk op de plantages zouden kunnen overnemen. In 1834 werd de slavernij in de Engelse koloniën afgeschaft en in 1848 ook in Frankrijk. Nederland kon niet achterblijven. De Surinaamse overheid zorgde voor de aanvoer van arbeiders. Zo werd er in 1853 de eerste contractarbeiders uit China gehaald. De Chinezen vormde de eerste groep contractarbeiders die de suikerrietplantages overnamen. De grootste bevolkingsgroep in Suriname zijn de Hindoestanen. De grootste reden hiervan was vanwege de armoede in het eigen land. De Javanen hadden ook last van armoede in hun eigen land. Daarnaast was er sprake van sociale controle. Vanuit de schaamte vluchten mensen weg uit hun dorpsgemeenschap. Ook de zucht naar avontuur speelde een rol. De meerderheid van de Javanen bestond ook uit jonge en ongehuwde mannen en vrouwen. De contractarbeiders krijgen de mogelijkheid om na vijf jaar terug te keren naar hun eigen land, maar merendeel bleef in Suriname. Om deze redenen is er sprake van multiculturele samenleving en leven er nu verschillende bevolkingsgroepen in Suriname (Dalhuisen et al, 2007). 
 

​

​

Onafhankelijk
‘Hoe kwam Suriname van een kolonie naar een onafhankelijke staat?’

 

Na de tweede wereldoorlog veranderde er veel. Suriname wilde meer zelfstandigheid en dat de Nederlanders niet meer de baas waren in hun eigen land. Er werd een politieke partij opgericht: Nationale Partij Suriname (NPS). Niet lang daarna richtten ook de Hindoestanen hun politieke partij op: Verenigde Hindoe Partij (VHP). Er waren meer landen die gedekoloniseerd raakten. Nederlands-Indië werd in 1949 onafhankelijk verklaard. Vanaf dat moment begon Suriname nog meer te streven naar zelfstandigheid. In 1954 werd het Statuut getekend waarin stond aangegeven dat Suriname nog steeds deel uitmaakte van Koninkrijk der Nederlanden, maar wel meer zelfstandigheid kreeg. Zij hadden echter geen zeggenschap over defensie en buitenlandse zaken. De Nationale Partij Suriname (NPS) wilde meer zelfstandigheid en wilde volledig onafhankelijk worden. Op 25 november 1975 werd de onafhankelijkheidsverklaring uitgeroepen. Nadat de onafhankelijkheid werd uitgeroepen, werd er een keuze aan de bewoners voorgelegd: een Surinaams of Nederlands paspoort. Daarbij moest men de keuze maken of zij in Suriname wilde blijven of naar Nederland zouden emigreren. Veel mensen kiezen ervoor om naar Nederland te gaan, omdat ze geen vertrouwen hebben in de onafhankelijkheid in Suriname. Men was bang dat de economie achteruit zou gaan en dat de mensenrechten geschonden zou worden en dat er zo raciale spanningen zouden ontstaan. Ruim 130.000 Surinamers vertrokken naar Nederland. Hierdoor zijn er net zoveel Surinamers in Nederland als in Suriname zelf (Dalhuisen et al, 2007). 

​​

 

 

 

 

 

​

​

​

​

​

​

​

Geografie
Ligging en klimaat
‘Wat is de ligging van Suriname en welk klimaat heerst er?’

 

Het land Suriname ligt in Zuid-Amerika, net boven de evenaar, en grenst in het noordoosten aan de Atlantische Oceaan, in het zuiden aan Brazilië en het ligt tussen Frans- en Brits-Guyana in (Landen Specials, N.B.).

Volgens het klimaatsysteem van Köppen-Geiger heeft Suriname een tropisch regenklimaat waar droge tijden ontbreken (Af). Het land wordt gekenmerkt door constante temperaturen tussen de 25 en 30 graden Celsius, het hoge aantal zonuren (ongeveer 2500 tot 3000 zonuren per jaar) en de grote hoeveelheden neerslag die op jaarbasis vallen (ongeveer 2200 millimeter). In figuur 2 is het klimaatdiagram van Paramaribo weergegeven (Climate-Data.org, N.B.).

​​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Figuur 2. Klimaatdiagram Paramaribo

 

Suriname kent vier seizoenen. Dat zijn niet de lente, zomer, herfst en winter zoals we die in Nederland kennen, maar twee droge seizoenen en twee regenseizoenen:
1. Begin december tot eind januari - de kleine regentijd;
2. Eind januari tot eind april kleine droge tijd;
3. Eind april tot half augustus - de grote regentijd;
4. Half augustus tot begin december - de grote droge tijd.
Tijdens een droge tijd is het niet zo dat er dan helemaal geen neerslag valt. De droge tijden geven aan dat er in die periodes minder neerslag valt dan in de regenseizoenen (Klimaatinfo.nl, N.B.).

 

Geologie
‘Hoe ziet het landschap van Suriname eruit?’

 

Figuur 3 laat zien dat Suriname deel uitmaakt van het Guyanaschild, een aaneengesloten gebied dat wordt bedekt door tropisch regenwoud. Het gebied omvat naast Suriname, Guyana en Brits-Guyana ook delen van Venezuela, Colombia en Brazilië. Het Guyanaschild bestaat uit verschillende beschermde natuurgebieden waar voornamelijk tropisch-Caraïbische fauna leeft. Het gebied loopt van de Orinocorivier in Venezuela tot de Amazonerivier in Brazilië (Samwel, 2015).

​​

​

 

 

 

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 3. Guyanaschild

 

Het gesteente van de onderlaag van het Guyanaschild moet 2 tot 2,5 miljard jaar geleden zijn ontstaan. Op de hoger gelegen gebieden liggen de tafelbergen, die genoemd zijn naar de kilometerslange plateaus met steile wanden. In Suriname is de Tafelberg, van 1026 meter hoog, de bekendste. Verschillende soorten dieren, planten, bloemen, insecten en vissen voelen zich thuis in Suriname door het tropisch klimaat, de geleidelijke niveauverschillen en de uiteenlopende vegetatie (Samwel, 2015).

Er zijn in Suriname drie verschillende landschappen te onderscheiden, namelijk van noord naar zuid het savannegebied, de kustvlakte en het bergland (Verrijp & Willems, 2017). Het savannegebied kenmerkt zich door haar lage en golvende landschap, ontstaan door de houtkap van het oerwoud. De kustvlakte is een brede modderplaat, waardoor zandstranden hier ontbreken. De kust krijgt te maken met slib afkomstig uit de Amazone, wat de groei van mangroven en parwa wouden bevorderd (KoningAap, N.B.). In het zuiden beslaat het bergland ruim 80 procent van de oppervlakte van Suriname. Op weg van west naar oost liggen drie gebergtes: het Acaragebergte, het Grensgebergte en het Toemoek-Hoemakgebergte. De Julianatop van 1280 meter hoog en de Tafelberg van 1080 meter hoog vormen de hoogste bergen in Suriname (Verrijp & Willems, 2017).

 

Flora
‘Welke tropische flora komt ervoor in Suriname?’

 

Er komen in Suriname bijna 5000 verschillende soorten planten voor. Vlinderbloemen-, walstrof- en de wolfsmelkfamilie zijn veelvoorkomend. Daarnaast telt Suriname ongeveer 60 verschillende palmsoorten, waarvan de koningspalm de nationale boom is (Samwel, 2015).

 

Orchideeën - Epifyten zijn planten en bloemen die andere planten en struiken als voedingsbodem gebruiken. Varens en orchideeën behoren tot deze epifyten. Er komen ongeveer 300 verschillende soorten orchideeën voor in Suriname. De meeste bloemen zijn afkomstig van gespecialiseerde kwekerijen in het bos, maar om wilde orchideeën te vinden, moet je gericht op expeditie gaan. Zeldzame en beschermde soorten mogen niet geplukt of geëxporteerd worden, voorbeelden daarvan zijn de zwart-gele tijgerorchidee en de Phalaenopsis.

 

Plantaardige geneeswijzen - In de binnenlanden van Suriname groeien en bloeien allerlei planten en kruiden die bekend staan om hun geneeskrachtige werking. Een zogenoemde ‘dresiman’ (kruidendokter) verzorgt en geneest patiënten met ziektes, botbreuken of spierproblemen.

 

Fauna
‘Welke tropische fauna komt ervoor in Suriname?’

 

Vissen - De Surinaamse rivieren, meren en kreken kennen een grote verscheidenheid aan vissoorten. Ieder jaar komen er steeds meer hobbyvissers uit alle delen van de wereld die op expeditie gaan om roofvissen of prachtige, felgekleurde vissoorten te vangen. Soorten die voorkomen in Suriname zijn de tukunari (baars), de karperzalm, de vieroogsvis, de catfish, de zeldzame meerval en de piranha (Samwel, 2015).

 

Vogels - In Suriname komen ruim 700 vogelsoorten voor, van roofvogels tot de kleinste kolibrie. De vogels komen naar het land voor de overvloed aan zaadsoorten en voedzame insecten, in combinatie met het tropisch klimaat. Ook flamingo’s, de rode ibis, 24 verschillende soorten papegaaien en zeven soorten toekans komen voor in Suriname (Samwel, 2015).

 

​​

 

​​​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 4. Papagaaien

                                                                                                                                                                                  Figuur 5. Rode ibis

 

 

Zoogdieren - De Surinaamse dierenwereld heeft een echt tropisch Zuid-Amerikaans karakter en omvat dan ook voornamelijk fauna die je ook in andere tropische regenwouden kunt tegenkomen. De verzameling zoogdieren in Suriname is zeer divers. Er zijn bijvoorbeeld een aantal apenrassen, vele soorten vleermuizen, wel veertien soorten roofdieren, miereneters, luiaards, herten, zeekoeien, reuzenotters, Surinaamse konijnen, wilde zwijnen en nog een paar soorten gordeldieren (Samwel, 2015). In figuren 6 en 7 zijn de doodskopaap en de jaguar te zien.

 

 

​​ 

​

 



 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

 

 

 

 

Figuur 6. Doodshoofdaap                                                                                                                                            Figuur 7. Jaguar

 

 

Insecten - Suriname kent een grote overvloed aan insecten. Muggen, in allerlei soorten en maten, zijn de grootste dooddoeners, vooral voor vers ingevlogen toeristen. Verder zijn er in Suriname reuzenduizendpoten, grote landslakken, vogelspinnen en andere soorten spinnen zoals de zwarte weduwe en de Goliath. Ook vlinders in alle kleuren van de regenboog komen voor in Suriname.

 

Reptielen - Het warme en vochtige klimaat is uitermate geschikt voor tal van amfibieën en reptielen. De bekendste zijn de wormsalamanders, de Surinaamse pad, vijf soorten kaaimannen, hagedissen, leguanen en verschillende soorten zee-, water- en landschildpadden. Ook aan slangen geen gebrek in Suriname, het land telt namelijk 74 verschillende soorten, waarvan er 51 behoren tot de ongevaarlijke soorten. De gevaarlijkste slangensoorten zijn onder andere de boa constrictor, de anaconda, de makasneki (grootste gifslang) en de sakasneki (bruine ratelslang) (Samwel, 2015). In figuren 8 en 9 zijn twee gevaarlijke slangen weergegeven, namelijk de boa constrictor en de sakasneki.

 

​​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 8. Sakasneki                                                                                        Figuur 9. Boa constrictor          

 

 

 

 

 

 

                                                                                                                                                                                              

                                                                                                                                       

 

 

Demografie

 

Bevolkingsgroepen
‘Welke verschillende bevolkingsgroepen zijn er in Suriname?’

 

De Keizerstraat in het centrum van Paramaribo is een mooi symbool voor de verscheidenheid aan bevolkingsgroepen die leven in Suriname. In deze straat staan een kerk, een moskee en een synagoge op een steenworp afstand van elkaar zonder dat er religieuze of etnische spanningen zijn (Samwel, 2015). De volkstelling van 2012 vertelt dat er in totaal 541.638 inwoners in Suriname wonen (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013). In figuur 10 is de bevolkingspiramide voor geheel Suriname weergegeven.

​​

 

 

 

 

 

 

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 10. Bevolkingspiramide voor geheel

 

Inheemsen - De oorspronkelijke bewoners van Suriname waren, vóórdat ze in de loop van de 17de eeuw steeds verder naar het binnenland werden verdreven, de inheemsen of indianen. In afzondering van de buitenwereld zijn er zich nog altijd kleine indianenstammen te vinden (bijvoorbeeld de Trio-, Akuriyo- en Wayanastammen) in de bossen van Suriname, die de eeuwenoude, oorspronkelijke rituelen en tradities in ere houden. Zij kunnen grotendeels in hun eigen onderhoud voorzien en leven van wat het land en de rivier hen te bieden heeft. Een groter deel van de inheemse bevolking heeft zich in de loop der tijd gevoegd bij andere bevolkingsgroepen in Suriname (Samwel, 2015). Uit de volkstelling van 2012 blijkt dat er tegenwoordig nog ruim 20.000 inheemsen in Suriname wonen (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

 

Creolen - Dit zijn nazaten van de West-Afrikanen die in de koloniale tijd tot slaaf werden gemaakt. Deze bevolkingsgroep is de op één na grootste groep in Suriname. Er bestaan grote verschillen tussen de creolen, waarbij tot enige decennia gold: hoe lichter van huidskleur en dus hoe meer gemengd met andere groepen, hoe hoger de status. Tegenwoordig is de huidskleur niet meer zo belangrijk. De meeste creolen wonen in en rond Paramaribo en het overgrote deel behoort tot de middenklasse. Veel van hen zijn werkzaam bij de overheid, in de dienstensector of in de industrie (Samwel, 2015). Het Algemeen Bureau voor de Statistiek (2013) telde in  2012 bijna 85.000 creolen in Suriname.                                                                    

 

Marrons - De afstammelingen van slaven die in de koloniale tijd uit de slavernij wisten te ontsnappen en het voor elkaar kregen om in het binnenland een nieuw bestaan op te bouwen. Drie van de belangrijkste stammen zijn die van de Saramaccaners, de Aukaners en de Paramaccaners. Enkele marrons belijden nog het oorspronkelijke West-Afrikaanse geloof, waarbij wintirituelen (deelnemers raken in trance van de opzwepende muziek) en wasi’s (kruidenbaden) gewoonten zijn. Veel andere marrons hebben zich tot het christendom bekeerd. Een flink aantal Surinamers uit de stad zien de  marrons als een minderwaardige, veelal achtergestelde maatschappelijke groep, iets wat vooral te danken is aan hun startpositie in het binnenland. Veel jongeren, vaak zonder diploma of opleiding, trekken naar Paramaribo om hun toekomst verder op te bouwen. Het is lastig om daar aan een baan te komen, maar sommigen slagen er uiteindelijk in om een baantje te vinden en hun leven verder in te richten. Anderzijds komt het helaas ook voor dat jonge Marrons op een minder legale manier hun geld verdienen. Hierdoor krijgen ze al gauw de schuld van allerhande criminele activiteiten. (Samwel, 2015). Tegenwoordig wonen er ruim 117.000 marrons in Suriname (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

 

Contractarbeiders: Hindoestanen en Javanen - Tegenwoordig is de Hindoestaanse bevolkingsgroep de grootste en snelst groeiende etnische groep in Suriname van ruim 148.000 man (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013). Ongeveer tien jaar na de afschaffing van de slavernij, in 1873, werden honderden arbeiders uit India en Nederlands-Indië, Java, overgebracht naar Suriname. De Hindoestanen en Javanen moesten voor minimaal vijf jaar betaalde arbeid verrichten op de plantages. Na vijf jaren van arbeid hadden zij recht op een stukje landbouwgrond in Suriname of een gratis reis naar het land van herkomst. Vele Hindoestanen keerden terug naar India, maar kwamen er snel achter dat zij zich niet meer thuis voelden in dat land en dat de economische omstandigheden in India er niet beter op waren geworden. Daarom besloot een aantal van hen weer terug te gaan naar Suriname en hier een bestaan als boer op te bouwen. De meeste Javanen bleven na hun contracttijd wonen in Suriname en gingen zelf aan het werk in de landbouw (Samwel, 2015). Er wonen momenteel bijna 74.000 Javanen in het land (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

 

Chinezen - De eerste Chinezen kwamen rond 1863, na de afschaffing van de slavernij, als contractarbeiders naar Suriname en wonen dus al ruim 150 jaar in het land. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er veel nieuwe Chinezen werken in de Surinaamse handel en landbouw. Momenteel bestaat bijna de hele middenstand van Suriname uit Chinese handelaren. De economische relatie met China is sinds de onafhankelijkheid enorm van belang. Aan de ene kant financiert China de infrastructuur in Suriname en daartegenover staat dat de Chinezen de Surinaamse bodemschatten kunnen gebruiken. Chinese nieuwkomers integreerden destijds maar moeizaam, terwijl hun kinderen heel snel kunnen meekomen in Suriname (Samwel, 2015). Uit de volkstelling van 2012 blijkt dat er tegenwoordig bijna 4000 Chinezen in Suriname wonen (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

 

Guyanezen - Na de Tweede Wereldoorlog begon de trek van inwoners uit Guyana naar hun buurland Suriname. De Guyanezen wilden meeprofiteren van de betere werkomstandigheden en grotere economische vooruitgang in Suriname. Zij gingen voornamelijk werken in de visserij en op bouwplaatsen. Tegenwoordig zijn de verschillen tussen de twee landen niet meer zo groot, waardoor de noodzaak om naar Suriname te emigreren is afgenomen. Er wonen inmiddels officieel 8000 Guyanezen in Suriname, maar het vermoeden bestaat dat het er veel meer zijn.

 

Boeroes - Dit zijn de nazaten van de ruim 400 Nederlandse boeren die na de afschaffing van de slavernij naar Suriname trokken. Plaatsnamen in Suriname als Groningen en Wageningen verwijzen naar de komst van de Nederlandse bewoners. Hun verblijf in Suriname was rampzalig. Door slechte leefomstandigheden braken ziektes als de tyfus, malaria en gele koorts uit waardoor de groep meer dan 200 man verloor. Enkele overlevenden keerden terug naar Nederland, de achterblijvers vestigden zich dichter bij Paramaribo. Daar zagen zij de kans een aantal (melk)veehouderijen van de grond te krijgen en bouwden zij een welvarender bestaan op. Tegenwoordig wonen er nog ongeveer 1000 boeroes in Suriname (Samwel, 2015).

 

Brazilianen - Al tientallen jaren trekken Brazilianen via de grens met Frans-Guyana Suriname binnen. De zogeheten ‘garimpeiros’, meestal (illegale) goudzoekers, werden naar Suriname gelokt door de grootschalige goudvondsten in het land. Andere Brazilianen zochten hun heil in de horeca, de prostitutie en het bedrijfsleven. De totale grootte van de bevolkingsgroep is moeilijk vast te stellen, omdat lang niet alle Brazilianen legaal in Suriname wonen. Volgens de laatste cijfers uit 2012 blijkt dat er ruim 5000 Braziliaanse inwoners ingeschreven staan bij het bevolkingsregister (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013). Schattingen vertellen dat het om een veelvoud gaat, van 30.000 tot zelfs 50.000 Brazilianen (Samwel, 2015).

 

Libanezen - Enkele honderden Libanezen hebben zich in de 19de eeuw gevestigd in Suriname. Binnen deze groep bevonden zich ook inwoners uit Syrië en Palestina. Veel van hen gingen aan het werk in de handel en verkochten stoffen en kleding op de markt. Tegenwoordig is nog ruim een derde van de Surinaamse textielhandel in handen van Libanese zakenmannen. Aanvankelijk vormden de Libanezen in Suriname een gesloten gemeenschap. Dit kwam vooral doordat er geen huwelijken gesloten werden buiten de eigen bevolkingsgroep. In de loop van de 20e eeuw zijn de Libanezen steeds vrijer geworden in hun islamitische geloofsovertuiging en vindt er zelfs vermenging plaats met opvattingen uit het christendom (Samwel, 2015).

 

Joden - De Joodse bevolkingsgroep heeft in het verleden, in de tweede helft van de 17de eeuw, een grote rol gespeeld in Suriname omdat zij veel van de grote suikerrietplantages in handen hadden. Na de plantagetijd trokken de Joden naar Paramaribo en gingen werken in de handel. Door het opkomend antisemitisme zijn veel Joodse mensen rond 1900 naar Europa vertrokken met alle gevolgen van dien. Er is tegenwoordig nog een hele kleine Joodse bevolkingsgroep in Suriname aanwezig (Samwel, 2015).

 

Nederlanders - De laatste jaren vestigen steeds meer Nederlands zich in Suriname. Dit zijn de echte ‘bakra’s’: blanke Hollanders zonder band met Suriname. Ook gepensioneerden met een huis in het land komen jaarlijks in alle rust overwinteren. Zij kunnen de tropische warmte verdragen en hebben geen problemen met de muggen en andere insecten (Samwel, 2015). Er wonen momenteel iets meer dan 10.000 Nederlanders in Suriname (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

Naast de bovengenoemde bevolkingsgroepen, behoren ook Portugezen, Antillianen en inwoners uit andere delen van het Caraïbisch gebied, Dominicanen, Cubanen, Haïtianen en Venezolanen tot de Surinaamse samenleving (Samwel, 2015). Deze overige groepen bestaan uit iets meer dan 7000 inwoners, volgens de volkstelling in 2012 (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013).

 

Gesproken talen
‘Welke verschillende talen worden er gesproken in Suriname?’

 

De officiële voertaal in Suriname is het Nederlands. Deze taal wordt door bijna alle Surinamers gesproken en ook op scholen wordt er lesgegeven in het Nederlands. Daarnaast kent Suriname ook een eigen taal: het Sranangtongo, oftewel Surinaams. Dit is een mix van het Engels, Nederlands en Chinees. Hindoestanen spreken het Sarnami (Hindi), waarbij Sarnami letterlijk ‘Surinaams’ betekent. Overige gesproken talen in Suriname zijn: Engels, Javaans, Chinees, Portugees, Marrontalen en Indiaanse talen (Landen Specials, N.B.) (Wesselink, 2008).

 

Religies
‘Welke verschillende religies kent Suriname?’

 

Door de vele verschillende bevolkingsgroepen in Suriname, kent het land ook vele geloofsovertuigingen. De meeste Surinamers, ongeveer 48 procent van de bevolking, zijn christelijk. Daarnaast is 22 procent van de bevolking aanhanger van het hindoeïsme en is bijna 14 procent van de bevolking islamitisch (Algemeen Bureau voor de Statistiek, 2013). Verder kent Suriname de zogenoemde natuurreligies (Wesselink, 2008).

 

Geboorte en sterfte
‘Hoe is de verhouding tussen het geboorte- en sterftecijfer in Suriname?’

 

Het aantal geboorten per jaar per 1000 inwoners, wordt het geboortecijfer genoemd (Brinke, ten & Jong, de, 2007).  In Suriname staat het geboortecijfer op 17 geboortes, blijkt uit de cijfers van 2014 (Index Mundi, 2014). Het sterftecijfer is het aantal sterfgevallen per jaar per 1000 inwoners (Brinke, ten & Jong, de, 2007).  Het sterftecijfer staat in Suriname op 6 sterfgevallen (Index Mundi, 2014). Geboorte en sterfte vormen samen de natuurlijke bevolkingsgroei (Brinke, ten & Jong, de, 2007). In Suriname worden er meer kinderen geboren dat dat er mensen overlijden, dus de natuurlijke bevolkingsgroei is positief.

 

Economie

 

Economische situatie
‘Hoe ziet de economische situatie in Suriname eruit?’

 

Suriname behoort sinds jaar en dag tot de rijkste landen op aarde. Door de grote rijkdom aan grondstoffen

neemt het land de 17de plaats in op de wereldranglijst. In vroeger tijden behaalden Hollanders, Engelsen

en Fransen winst uit het grondstofrijke Suriname; tegenwoordig gaan Canadese en Amerikaanse

multinationals met
de winst aan de haal. De Surinaamse economie groeide het laatste decennium flink, maar h
et is de vraag wanneer de Surinamers hier zélf van gaan profiteren (Samwel, 2015).

​

​

Sinds enkele jaren is er sprake van crisis in het land. Door een forse daling van de grondstof-
prijzen van vooral goud en olie (samen 90 procent van de totale export), daalden de inkomsten
uit de export. Er kwam minder geld binnen, terwijl de uitgaven van de overheid toenamen.
Onder andere de invoering van sociale maatregelen zoals verhoging van de kinderbijslag en een
ouderdomsuitkering kostten de regering veel geld. Toen in november 2015 de wisselkoersen op
de zwarte markt op hol sloegen, besloot de toenmalige president van de Centrale Bank tot een
devaluatie van de Surinaamse Dollar met 20 procent. Door de devaluatie zijn de prijzen in
supermarkten en kledingwinkels enorm gestegen. De ontevredenheid onder de Surinaamse
bevolking groeit en de eerste protestacties zijn al begonnen. Naast de crisis is de groeiende
corruptie iets wat veel Surinamers afkeuren (Jurna, 2016).

 

 

Onlangs gaf president Desi Bouterse in een persconferentie toe dat zijn beleid tekortschoot: “
De inkomsten werden niet in de gaten gehouden en de uitgaven waren groter dan de inkomsten.

S​​

Er zijn fouten gemaakt.” Inmiddels is er voor de situatie in Suriname hulp ingeroepen van het
Internationaal Monetair Fonds. Een nieuwe poging van de Centrale Bank om de crisis tegen te
gaan is het loskoppelen van de Surinaamse dollar van de Amerikaanse dollar. Economen
verwachten hierdoor meer monetaire stabiliteit (waarde van de eigen valuta stabiel houden)
(Jurna, 2016).

​

​

 

Import
‘Hoe ziet de Surinaamse import eruit?’

 

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde Suriname zich tot een importeconomie
(bijna alle producten worden geïmporteerd), waardoor het land tegenwoordig op economisch
gebied nog steeds afhankelijk is van het buitenland (Meurs & Pupers, N.B.). Suriname importeert
voornamelijk (westerse) levens- en voedingsmiddelen, machinerieën, aardolie, telefoons en
transportmiddelen (Verrijp & Willems, 2017). In 2014 importeerde het land voor een waarde
van $2,04 miljard. De top importlanden zijn Amerika ($519 miljoen), Nederland ($275 miljoen),
Trinidad en Tobago ($189 miljoen), China ($158 miljoen) en Curaçao ($111 miljoen)
(Simoes, 2014).

​

 

Uit de cijfers van 2014 blijkt dat Suriname een negatieve handelsbalans kende van $224 miljoen.
In figuur 11 is de handelsbalans van Suriname weergegeven. De rode lijn geeft de invoer aan
en de blauwe lijn de uitvoer. Er is te zien dat er na 2010 een forse daling van de export heeft
plaats gevonden. Sinds 2013 groeit de export weer, maar nog altijd worden er meer producten
geïmporteerd (Simoes, 2014).

​​

 

 

 

 

 

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Figuur 11. Handelsbalans Suriname

 

 

Export
‘Hoe ziet de Surinaamse export eruit?’

 

Suriname is een grondstofrijk land. In de grond is onder andere goud, olie en bauxiet aanwezig (Meurs & Pupers, N.B.). Sinds in 2010 de overheidscontrole op de goudwinning werd verscherpt en registratie verplicht werd, levert de goudhandel aanzienlijk meer geld op. Voor die tijd ging het grootste deel van de winst naar illegale goudzoekers die niet afdroegen aan de staat. Het overheidsbedrijf Staatsolie boekt jaarlijks goede resultaten en investeert in de toekomst. In 2015 is er een nieuwe raffinaderij geopend om de olieproductie op de voeren. Daarnaast werkt Staatsolie samen met grote internationale oliemaatschappijen die proefboringen uitvoeren voor de Surinaamse kust (Samwel, 2015). Bauxiet is de grondstof voor aluminium. Het bauxieterts moet eerst verwerkt worden tot alruinaarde, waarna het gesmolten en bewerkt wordt tot aluminium (Meurs & Pupers, N.B.).

 

Het tropisch regenwoud zorgt voor veel hout voor de houtkap. De uitvoer van Surinaams hout gebeurt meestal in onbewerkte vorm. Ongeveer 20 procent van de totale rondhoutproductie wordt geëxporteerd. De afzetmarkt is voornamelijk Azië (65 procent), Europa en Amerika (35 procent). Er bestaan strenge regels voor de houtexport. Rondhout, paalhout, gezaagd hout en eindproducten vervaardigd uit hout staan op de negatieve lijst. Dit betekent dat hiervoor een speciale vergunning nodig is en er een exportheffing betaald moet worden (Platform Houtsector Suriname, 2017). Daarnaast is de Surinaamse bodem zeer vruchtbaar waardoor er voedingsmiddelen als suiker, rijst, groenten en vruchten verbouwd kunnen worden voor de export (Meurs & Pupers, N.B.). In 2014 exporteerde Suriname voor een waarde van 1,82 miljard Amerikaanse dollars ($) voornamelijk naar landen als Zwitserland, Amerika, België-Luxemburg, Guyana en Canada. De top drie exportproducten zijn goud ($667 miljoen), olie ($392 miljoen) en bauxiet ($300 miljoen) (Simoes, 2014).

 

Inkomstenbronnen
‘In welke sectoren zijn de meeste Surinamers werkzaam?’

 

Bestaansmiddelen, de benodigdheden waarmee de mens voorziet in zijn levensbehoeften, kunnen worden verdeeld in drie hoofdgroepen, namelijk landbouw, industrie en diensten. Deze worden ook wel verdeeld in drie sectoren: de primaire, de secundaire en de tertiaire sector.

De primaire sector bestaat uit drie bedrijfstakken:
1. Landbouw, jacht en bosbouw;
2. Visserij;
3. Delfstofwinning (Brinke, ten & Jong, de, 2007).


Ongeveer 8 procent van de Surinaamse bevolking is werkzaam in de primaire sector. Zij werken op grote- of kleinschalige landbouwbedrijven, op olieraffinaderijen of leven van de visserij, in het bijzonder van de vangst van garnalen (Meurs & Pupers, N.B.).

De secundaire sector bestaat net als de primaire sector uit drie bedrijfstakken:
1. Industrie;
2. Gas, elektra en water;
3. Bouwnijverheid (Brinke, ten & Jong, de, 2007).


Afgezien van de bauxietverwerking en de goudwinning is de industrie verder van weinig betekenis. Suriname kent enkele voedselverwerkende, kleding- en schoenenbedrijven, maar die zijn alleen gericht op de binnenlandse markt. Ongeveer 14 procent van de bevolking is werkzaam in de secundaire sector (Meurs & Pupers, N.B.).

De rest van de Surinaamse bevolking, ongeveer 78 procent, is werkzaam in de tertiaire sector. Deze sector bestaat uit negen bedrijfstakken:
1. Reparatie, handel (onder andere winkels);
2. Horeca;
3. Vervoer, opslag en communicatie;
4. Financiële instellingen;
5. Verhuur, handel in onroerend goed en zakelijke dienstverlening;
6. Bestuur, overheid en sociale verzekeringen;
7. Onderwijs;
8. Gezondheids- en welzijnszorg;
9. Milieu, cultuur, recreatie en overig (Brinke, ten & Jong, de, 2007).


Tegenwoordig vormt zeker het toerisme een interessante inkomstenbron. De horeca en daarbij het uitgaansleven is opgebloeid en breidt zich steeds verder uit. Nieuwe restaurants, hotels, cafés en discotheken houden langer stand en zijn erg populair bij de toeristen, maar ook bij de lokale bewoners (Samwel, 2015). Suriname kent naast de drie bovengenoemde sectoren ook nog een vierde sector: de informele sector (de zwarte handel, waar geen belasting over betaald wordt). Surinamers verdienen over het algemeen weinig en willen in de informele sector hun salaris aanvullen door ’s middags of ’s avonds ander werk te doen. Soms gebeurt dit structureel en soms zijn het losse klussen, de zogenaamde hossels. Voorbeelden van het werk in de informele sector zijn het vervoeren van toeristen in taxi’s, het verkopen van fruit op de markt of het geven van massages (Samwel, 2015).

​

Onzichtbaar in de officiële cijfers maar wel van grote invloed op de Surinaamse economie is de handel in drugs en wapens. Sinds 1980 geldt Suriname als belangrijke doorvoerhaven van voornamelijk cocaïne. De partijen vanuit onder andere Colombia en Bolivia worden hier aangevoerd en omgeruild voor geld en wapenvoorraden. Koeriers smokkelen de drugs voor een deel naar Europa. Zij hebben ervoor gezorgd dat er tegenwoordig op vliegveld Zanderij en op Schiphol streng wordt gecontroleerd op het bezit van verdovende middelen, met de zogenoemde 100%-controle. Ook worden er drugs vervoerd over zee. Deze transporten zijn veel omvangrijker en winstgevender (Samwel, 2015).

Politiek

 

Verleden Desi Bouterse
‘Waarom is Desi Bouterse niet populair onder de Nederlanders?’

 

Desiré Delono Bouterse is geboren op 13 oktober 1945 in Domburg. Desi Bouterse is de huidige president van Suriname. Hij is erg populair, maar voorheen was dit niet zo. Sterker nog, hij was de meest gehate persoon in Suriname. Het land stond onderdrukt onder leiding van Desi Bouterse. In de periode van 1980 tot 1988 was hij een dictator. Bouterse ondernam een militaire staatsgreep. Dit heeft geleid tot een repressieve staat. Op 8 december 1982 werd er een dieptepunt bereikt. Vijftien opposanten werden door de militairen geëxecuteerd, ook wel bekend als de Decembermoorden. Dit waren onder andere vakbondsleiders, journalisten, wetenschappers en advocaten. Bouterse geeft aan dat hij niet bij het fort was. Als bevelhebber wordt hij wel als verantwoordelijk gesteld voor deze daad (Ramsoedh, 2016). Deze zaak wordt tot op heden besproken in het nieuws. Hij wordt verantwoordelijk gesteld voor de Decembermoorden. De rechters willen het proces doorzetten. Op 9 februari zou de aanklager Roy Elgin de strafeis tegen Desi Bouterse en de andere verdachten uitspreken. Het Openbaar Ministerie heeft hoger beroep aangetekend en hierdoor wordt het proces toch weer uitgesteld (ANP, 2017).

Na de Decembermoorden in 1982 besluit Nederland alle verbanden te verbreken met Suriname en stopt met de betalingen. Bouterse zoekt zijn toevlucht in de drugshandel. Hij ruilde wapens voor cocaïne. In 1994 werd er een vooronderzoek door de Nederlandse Justitie tegen Bouterse gestart. Hij werd verdacht wegens grootschalige drugshandel. Hij trok zich hier niets van aan. Hij is bij geen enkele zitting van de rechtbank komen opdagen. Hij kreeg een gevangenisstraf van 16 jaar opgelegd. In hoger beroep werd hij veroordeeld tot 11 jaar gevangenisstraf. Sinds deze veroordeling staat Desi Bouterse op de internationale opsporingslijst van Interpol. Mocht hij Suriname verlaten, wordt hij opgepakt. Hij is als het ware gevangen in zijn eigen land. Echter bezocht Bouterse Brazilië, Trinidad en Venezuela in het geheim. Toen hij in 2010 werd verkozen tot president, kon Bouterse weer vrij reizen, maar voor de Nederlanders wordt hij nog steeds gezien als een drugsbaron (Joustra & Blanker, 2010).

​​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

​

​

​

​

​

​

​

 

 

President Desi Bouterse

‘Hoe kan het dat Bouterse toch ondanks zijn verleden president van Suriname is geworden?’

 

Er is veel ophef over Desi Bouterse als president.  Niet iedereen is het hier mee eens en vinden dat Desi Bouterse zijn straf vanwege zijn drugshandel in Nederland moet uitzitten. Daarnaast zijn is de zaak van de Decembermoorden nog tot heden uitgesteld. Nederland is verbijsterd en schijnbaar worden deze daden over het hoofd gezien door de kiezers. Nederland heeft alleen noodzakelijk contact met Suriname en Bouterse is alleen welkom in Nederland als hij zijn straf uitzit (RTLnieuws, 2010). Bouterse wordt steeds meer gezien als een belangrijke politieke factor van zijn land. Als leider van de Nationaal Democratisch Partij (NDP), die hij in 1987 heeft opgericht, weet hij steeds meer jonge en ongeschoolde kiezers te trekken. Vanwege de verschillende etnische lijnen in Suriname is de NDP multi-etnisch ingesteld en vormt daarmee een eenheidspartij van verschillende bevolkingen. Zo groeide de NDP tot de grootste partij van het land en werd een bepalende factor binnen de coalitie, ook wel de Mega Combinatie genoemd. Zijn populariteit was zichtbaar bij de verkiezingen van 2010, waarin hij met 36 van de 50 zetels werd gekozen als president van Suriname (Joustra & Blanker, 2010).


Het bestuur
‘Hoe ziet het parlement van Suriname uit?’

Suriname heeft een eenkamerparlement: De Nationale Assemblee (DNA). Het eenkamerparlement bevindt zich op het onafhankelijkheidsplein en heeft 51 zetels. Elke vijf jaar worden er verkiezingen gehouden. Suriname kent geen provincies, maar is onderverdeeld in tien districten. Deze districten zijn onder leiding van een districtscommissaris. De districten zelf hebben weinig inbreng en hebben geen eigen budget. Paramaribo is een van deze districten en vormt ook de belangrijkste van Suriname. Bijna de helft van de bevolking woont in Paramaribo. Naast Paramaribo zijn er nog negen districten: Marowijne, Commewijne, Saramacca Wanica, Nickerie, Coronie, Sipaliwini, Para en Brokopondo. Sipaliwini vormt het grootste district, maar in tegenstelling tot Paramaribo is Sipaliwini het dunbevolktste district. Dat komt omdat Sipaliwini voornamelijk uit tropisch regenwoud bestaat (Kessel & Willems, 2010).  Ieder district heeft een bepaald aantal zetels tot zijn beschikking. De dunbevolkte districten hebben verhoudingsgewijs meer zetels dan dichtbevolkte districten. In figuur 12 staat een overzicht van de 51 zetels die verdeeld zijn over de tien districten (Surinameview, 2015).

Figuur 12. Verdeling DNA

 

 

De Surinaamse regering
Hoe ziet de regering in Suriname eruit?’

 

De regering in Suriname bestaat uit een president: Desi Bouterse, een vicepresident: Micheal Ashwin Adhin en de ministers. “Wroko nanga makandra” luidt het motto van de regering van Bouterse. Deze motto staat voor het samenwerken en voor het bundelen van krachten van de individuen en organisaties om zo de vooruitgang in de ontwikkeling van iedere burger te voorzien. Dit is tevens het hoofddoel van de regering (Surinameview, 2015).


Suriname bevat waardevolle natuurlijke bronnen zoals olie, goud, bauxiet en diamanten.
De regering is van plan om deze een andere wending te geven, zodat het gunstig is voor de hele bevolking van Suriname. Samen met andere Zuid-Amerikaanse landen zal Suriname een belangrijke rol in de internationale handel krijgen. Hiervoor zijn investeringen nodig die voortkomen uit internationale contracten en uit Suriname zijn eigen efficiëntie. Met het geld dat daaruit voorkomt kan Suriname zich ontwikkelen in de eigen productie, de gezondheidszorg, infrastructuur en huisvesting. Om iedere burger gelijk te stellen, investeert de regering voornamelijk in de sociale welzijn van de mens. De ‘Human capital’ is de belangrijkste bron voor de groei van de bevolking. Suriname investeert daarom in huisvesting, onderwijs, duurzame werkgelegenheid en de veiligheid van burger en milieu. Zo hoopt de regering dat iedere burger zijn talenten kan ontwikkelen en daarmee het land kunnen helpen. Suriname wil deel uitmaken van de wereldeconomie. Daarvoor moet de peilen eerst worden gericht op het herstellen van de balans tussen rechten en plichten. Suriname wil graag werken naar een prestatiegerichte cultuur, maar daarvoor moet eerst alles op orde zijn. Er wordt onder andere bezuinigd, zodat de eigen productie tot zijn recht komt. Ook zal Suriname contacten aanleggen die de economie van Suriname zal versterken en daarmee de bevolking zal groeien (Gov.sr, 2015).

​

​

​

​

​

​

Onderwijs


Het onderwijssysteem
‘Wat omvat het huidige onderwijssysteem in Suriname?’

 

Het huidige onderwijssysteem bestaat uit een kleuterschool, lagere school, voortgezet onderwijs voor junioren, voortgezet onderwijs voor senioren, beroepsonderwijs en het tertiair onderwijs. Hieronder worden ze kort beschreven (Surinameinfo, 2015).

​

De kleuterschool – De kleuterschool is voor kinderen van vier en vijf jaar. Het schoolprogramma duurt twee jaar. Leerkrachten die in de kleuterschool werken zijn hiervoor speciaal opgeleid. In de kleuterschool wordt er getoetst op de schoolrijpheid van het kind (Surinameinfo, 2015).

 

Gewoon Lager Onderwijs (GLO) – Het GLO duurt 6 jaar en heeft een leeftijdscategorie 6 tot 11 jaar. Als de lagere school goed is afgerond met de eindtoets, krijgt het kind een getuigschrift van de lagere school. Dat is tevens nodig voor de doorstroming naar het voortgezet onderwijs voor junioren (VOJ) (EpNuffic, 2015).

 

Voortgezet onderwijs – Het voortgezet onderwijs is verdeeld in twee niveaus: voorgezet onderwijs voor junioren (VOJ) en voortgezet onderwijs voor senioren (VOS). Beroepsgericht onderwijs wordt weer onderverdeeld in verschillende richtingen: het lager beroepsgericht onderwijs (LBGO), het lager technisch onderwijs (LTO) en het lager huishoudelijk en nijverheidsonderwijs (LHNO). Deze studies duren 4 jaar en worden afgerond met een diploma. Vanuit het VOJ kunnen leerlingen doorstromen naar het voortgezet onderwijs op seniorenniveau (VOS). Ook hierin wordt er een onderscheidt gemaakt op niveau, namelijk VWO (3 jaar), HAVO (2 jaar) en beroepsgericht onderwijs (1-4 jaar). Om tot het VWO toegelaten te kunnen worden, wordt er een MULO diploma A en B en een toelatingsexamen vereist. Voor de HAVO is een MULO diploma en een toelatingsexamen voldoende om toegelaten te worden. Een MULO diploma is te vergelijken met een vmbo-t diploma (EpNuffic, 2015).

 

Tertiair onderwijs – Om tot het tertiair onderwijs toegelaten te kunnen worden, is er minimaal een VOS-diploma nodig. Tertiair onderwijs betekent hoger beroepsonderwijs, ook wel de universitaire opleidingen (EpNuffic, 2015).

​

​

 

Ontwikkeling in het onderwijs
‘Welke ontwikkelingen zijn er in het binnenland op het gebied van onderwijs?’

 

In samenwerking met Shaan Creditions wordt er gewerkt aan de verbetering van het onderwijs in het binnenland van Suriname. In het binnenland krijgen veel kinderen slecht of geen onderwijs aangeboden. Dit komt onder andere door oudere generaties die analfabeet zijn en leiden aan armoede, waardoor de kinderen geen kans kregen op goed onderwijs. Edukans zet zich in voor lesmateriaal en leraren. Vanaf februari zet Edukans zich in voor 20 basisscholen in vier regio’s: Para, Wanica, Brokopondo en Sipaliwini. Zij bieden de leerkrachten trainingen aan op het gebied van thematisch werken. Ook wordt er aandacht besteed aan ICT-materiaal. Zo leert Edukans de leraren om te werken met een computer. Tevens zorgt Edukans voor deze materialen en schaffen voor elke school twee computers aan. Naast het bijbrengen van deze vaardigheden krijgen de leraren ook trainingen die zich richten op communicatie, samenwerken, oudercontact en weerbaarheid. De ouders worden op de hoogte gesteld van de ontwikkelingen die plaatsvinden. Er worden ook aan de ouders gevraagd om mee te denken, zodat de samenwerking tussen school en ouders worden bevorderd (Edukans, 2017).

​

Particuliere scholen

‘Wat zijn particuliere scholen?’

 

Naast openbare basisscholen zijn er ook particuliere scholen in Suriname. Het is echter onduidelijk wat een particuliere school precies inhoudt, hoeveel het kost en waarin het verschil ten opzichte van het traditionele onderwijs. Parbode heeft onderzoek gedaan om te kijken waar deze scholen voor staan, wat ze te bieden hebben en wat de kosten ervan zijn. Particuliere scholen zijn er in verschillende soorten en maten. Ze zijn in vergelijking tot een openbare school waar je gemiddeld 15 tot 20 SRD per kind per schooljaar betaald een stuk duurder. De oorzaak dat het particuliere onderwijs zoveel duurder is, is omdat het niet volledig wordt gesubsidieerd door de overheid. Uit het onderzoek kwamen drie categorieën uit: echt particulier, semi-particulier en NOB-gesubsidieerd. Onder de echt particuliere scholen vallen de Glenn W.R. Weisz School en de Nassy Brouwer School. Deze scholen worden door het ministerie van onderwijs en andere instantie gesubsidieerd. De Vrije School en de Kangoeroe Community School worden gedeeltelijk door het ministerie van onderwijs gesubsidieerd en vallen onder de categorie semi-particulier. Onder de laatste categorie, NOB-gesubsidieerd, vallen de Cederboom en Prinses Amalia. Zij worden gesubsidieerd door de stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland (NOB). Waarin het particuliere onderwijs zich ook onderscheidt van het openbare onderwijs, is het maximumaantal kinderen in de klas. Zo heeft een particuliere klas die bestaat uit 20 à 25 kinderen, terwijl de gemiddelde groepsgrootte in het openbare onderwijs rond de 40 kinderen ligt. Ook wordt er gewerkt met invloeden van Dalton en Montessorionderwijs, zoals op de Kangoeroe Community school en de Nassy Brouwer School.

 

​

​

Salaris leerkracht

‘Verdienen leerkrachten genoeg om van te leven van basisvoorzieningen?’

 

Leerkrachten worden slecht betaald en zitten onder de armoedegrens. De Bond van Leraren (BvL) en Alliantie van Leerkrachten (ALS) hebben een voorstel voor herwaardering ingediend. Met dit voorstel willen ze ervoor zorgen dat de salarissen van leerkrachten weer boven de armoedegrens komen. De armoedegrens ligt op 3000 SRD. In april 2016 werd er een overeenkomst tussen de regering, BvL en de Federatie van organisaties van leerkrachten in Suriname (FOLS) getekend. Het voorstel is nog steeds niet uitgevoerd. Totdat de herwaardering op orde is, krijgen de leerkrachten 375 SRD tot 500 SRD boven op hun loon. Leerkrachten waren het hiermee oneens en gingen staken. Zij wilden dat het voorstel direct werd aangenomen. Leraren hebben geen vertrouwen in de regering. De herwaardering stond in oktober 2016 op de planning, maar hebben zich hier niet aan gehouden en werd zonder overleg met de partijen waarmee de overeenkomst werd getekend, uitgesteld naar januari 2017, wat uiteindelijk ook niet lukte. De leerkrachten verzamelden zich en staakten bij theater Unique (Valies, 2017). Volgens het laatste nieuws in januari blijven leerkrachten actievoeren voor een beter loon. Valies vindt dat de regering de herwaardering niet in zijn ééntje kan worden bepaald, maar in overleg moet gaan met de partijen waarmee de overeenkomst gesloten is (Valies, 2017).

 

​

​

​

Bibliografie

 

·       Algemeen Bureau voor de Statistiek - Suriname (2013). Demografische en Sociale Karakteristieken en Migratie. Geraadpleegd op 24 februari 2017, van https://unstats.un.org/unsd/demographic/sources/census/wphc/Suriname/SUR-Census2012-vol1.pdf

 

-        ANP. (2017, 7 februari 9). Proces Desi Bouterse om Decembermoorden toch weer uitgesteld. Geraadpleegd op 26 februari, 2017, van http://www.nu.nl/buitenland/4455291/proces-desi-bouterse-decembermoorden-toch-weer-uitgesteld.html

 

·       Brinke, W. ten & Jong, C. de (2007). De Geo aardrijkskunde basisboek. Baarn/Utrecht/Zutphen: Uitgeverij ThiemeMeulenhoff BV.

 

·       Climate-Data.org (N.B.). Klimaat-diagram: Paramaribo. Geraadpleegd op 4 maart 2017, van https://nl.climate-data.org/location/3525/

 

·       Dalhuisen, L., Hassankhan, M., Steegh, F., Bakker, E., & Aluman, N. (2007). Geschiedenis van Suriname. Zutphen: Walburg Pers.

 

·       Da Silva, E. (September, 2008). Particuliere scholen: duur maar ook beter? Opgeroepen op maart 5, 2017, van Parbode, http://www.parbode.com/opinie/item/601-particuliere-scholen-duur-maar-ook-beter

 

·       Edukans. (2017). Verbetering van onderwijs in het binnenland van Suriname. Opgeroepen op maart 5, 2017, van Edukans: https://www.edukans.nl/project/verbetering-onderwijs-binnenland-suriname/?gclid=CMWd8er-vtICFYoQ0wodVIkN4w

 

·       EpNuffic. (2015, Januari 1). Onderwijssysteem Suriname. Opgeroepen op Juni 1, 2016, van https://www.epnuffic.nl/documentatie/vind-een-publicatie/onderwijssysteem-suriname.pdf

 

·     Gov.sr. (2015). Beleid. Opgeroepen op Maart 5, 2017, van Overheid Suriname: http://www.gov.sr/regering/beleid.aspx

     

·      Joustra, J.A.S., & Blanker, G. (2010). Ons Suriname 35 jaar onafhankelijkheid en de blijvende invloed van een tropisch wingewest. Amsterdam, Elsevier

 

·       Jurna, N. (2016). In Suriname heeft iedereen last van de crisis. NRC. Geraadpleegd op 18 februari 2017, van https://www.nrc.nl/nieuws/2016/03/02/in-suriname-heeft-iedereen-last-van-de-crisis-a1405035

 

·       Keissen, H. (2016). Basiskennis geschiedenis. Groningen: Noordhoff Uitgevers.

 

·         Kessel, M. & Willems, R. (2010). Reisgids Marco Polo Suriname. Houden: Van Reemst

 

·       KoningAap (N.B.). Landschap Suriname. Geraadpleegd op 25 februari 2017, van https://koningaap.nl/suriname-reizen/landschap-suriname

 

·       Klimaatinfo.nl (N.B.). Het klimaat van Suriname. Geraadpleegd op 21 februari 2017, van

http://www.klimaatinfo.nl/suriname/

 

·       Landen Specials (N.B.). Geografische ligging, klimaat en cultuur van Suriname. Geraadpleegd op 20 februari 2017, van http://www.landenspecials.nl/suriname/ligging-klimaat-cultuur/

 

·       Meurs, E. & Pupers, R. (N.B.). De economie van Suriname. Geraadpleegd op 20 februari 2017, van http://www.surinamewebquest.nl/economie.html

 

·       Platform Houtsector Suriname (2017). Export. Geraadpleegd op 18 februari 2017, van http://www.phsur.com/duurzaam-bosgebruik/export

·       Ramsoedh, H. (januari 2016). Desi Bouterse: de lange mars van een putchist naar het presidentschap. Geraadpleegd op 26 februari, 2017, via  https://www.internationalespectator.nl/article/desi-bouterse-de-lange-mars-van-een-putchist-naar-het-presidentsch

 

·     RTLnieuws. (2010, 19 juli).  Bouterse hier alleen welkom om zijn gevangenisstraf uit te zitten. Geraadpleegd op 26 februari 2017, van, http://www.rtlnieuws.nl/economie/bouterse-hier-alleen-welkom-om-zijn-gevangenisstraf-uit-te-zitten

 

·       Samwel, D. (2015). Dominicus landengids - Suriname. Haarlem: Uitgeverij J.H. Gottmer/H.J.W. Becht BV.

 

·       Simoes, A. (2014). Suriname. Observatory of Economic Complexity (OEC). Geraadpleegd op 18 februari 2017, van http://atlas.media.mit.edu/nl/profile/country/sur/

 

·       Surinameview. (2015). Overheid en politiek. Opgeroepen op maart 5, 2017, van Surinameview: http://www.surinameview.com/sranan/overheid-politiek/

 

·       Valies, W. (8 januari, 2017). Herwaardering leerkrachten kan niet alleen door regering worden bepaald. Opgeroepen op maart 5, 2017, van Surinaamse krant: http://www.de-surinaamse-krant.com/2017/01/herwaardering-leerkrachten-kan-niet.html

 

·       Valies, W. (23 Januari, 2017). Salaris leerkracht is nu onder armoedegrens. Opgeroepen op maart 5, 2017, van Loop news: http://www.loopsuriname.com/content/valies-salaris-leerkracht-nu-onder-armoedegrens

 

·       Verrijp, A. & Willems, G. (2017). Suriname economie. Geraadpleegd op 20 februari 2017, van https://www.landenweb.nl/suriname/economie/

 

·       Verrijp, A. & Willems, G. (2017). Suriname. Geraadpleegd op 25 februari 2017, van

https://www.landenweb.nl/suriname/

 

·       Waterkant. (2017). Surinaamse leerkrachten blijven staken. Opgeroepen op maart 5, 2017, van Waterkant: https://www.waterkant.net/suriname/2017/01/12/surinaamse-leerkrachten-blijven-staken/

·       Wesselink, P. (2008). WWW-Terra: Wij Willen Weten - Suriname. Arnhem: Elessy Jeugd.

About Me

Joyce van Kasteren

s1087734

Hogeschool Leiden

 

 

Join my mailing list

Search by Tags

© 2023 by Going Places. Proudly created with Wix.com

bottom of page